Het regent! - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Wim Jong - WaarBenJij.nu Het regent! - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Wim Jong - WaarBenJij.nu

Het regent!

Door: Wim

Blijf op de hoogte en volg Wim

01 September 2011 | Nederland, Amsterdam

Het regent
Even bijpraten. Om te beginnen: waar zijn we. Dit is de meest gestelde vraag als we contact hebben. Welnu, we liggen in de Steenbergse Vliet; dat is ergens in het westen van Brabant, een eindje boven Bergen op Zoom. Deze vliet was vroeger een riviertje dat Steenbergen met het Volkerak verbond, dus met het getijwater van Zeeland. Lang geleden heeft men er een sluisje in gelegd, maar nu Zeeland zijn Deltawerken heeft is er natuurlijk geen getij meer en staat het sluisje altijd open. Terwijl ik dit schrijf komt de Sunbear van 12:30 langs; daarover later.
De Vliet is een prachtig stukje water, midden in de weilanden en natuurgebieden. Om de scheepvaart weg te houden van de ondiepe stukken heeft iemand een aantal dubbele palen neergezet met een groene peil erop: deze kant langs. Maar ze zijn ook zo aangelegd dat je er aan kunt afmeren. Heerlijk vrij, midden in de natuur. Een prima plek om te werken aan het schilderwerk aan de buitenkant, als het tenminste niet regent. Af en toe gaan we met het bijbootje naar Steenbergen of De Heen om boodschappen te doen. Sinds kort hebben we daar een mooi alternatief voor. Vier keer per dag komt de Sunbear langs (dat betekent honingbeer). Die vaart als pontje heen en weer van Steenbergen naar Oude Tonge. Als wij het vragen komt hij rond het middaguur langszij (zie foto), wij stappen aan boord met tassen vol huisvuil, en gaan met tassen boodschappen weer terug. Makkelijk, gezellig, en de gasten aan boord van de pont vinden het zeer verrassend. Voor de waddenzeilers: het schip is Groningen gebouwd voor de veerdienst tussen Norderney en Juist. Sun-bear@zeelandnet.nl
We pakken de draad weer op aan het eind van het laatste verslag. Toen waren we naar Huizen gevaren om voor onze vriendin Marianne te zorgen. Een nieuw vak: mobiele mantelzorg. Halverwege ben ik er even vandoor gegaan, tijd voor mijn jaarlijkse uitstapje: Hemelvaren op het Wad. Voor het eerst sinds 15 of 20 jaar vervulde ik niet meer de functie van schipper. Ik werd overigens nooit aangesproken als schipper, maar als HG, het gezag. Het was heerlijk, eindelijk kon ik uitslapen als ik wilde; dat lukte overigens niet, ik was altijd de eerste ‘s ochtends. Het was niet echt warm, maar droog. Goed zeilweer en veel droogvalplezier: wadlopen, mosselen en Japanse oesters verzamelen, raketten van Spaflessen lanceren en er met zijn allen achteraan rennen. (zie de foto)
Na terugkeer in Huizen nog wat gezorgd, hoewel Irene het meeste zorgwerk deed; ik was meer van de boodschappen, grasmaaien, schilderwerk, straat- en hekwerkonderhoud. Na een week of zeven ging het goed genoeg met Marian om het weer zelf te doen. Tijd voor ons om weer verder te gaan.
We vertrokken begin juni naar Kampen. We gingen weer via de Flevopolder, rustiger vaarwater in het groen is er niet in Nederland. Het is ook de provincie waar je in de sluis het grootste verval hebt: 5 meter naar beneden! Een anekdote tussendoor. Achter ons in de sluis meerde een speedboot af. Een van de mannen sprak Irene aan met de vraag: waar zijn we hier eigenlijk? Irene wist dat en vertelde hen dat ze in Almere waren. Ze klommen op de sluismuur en vertelden dat ze filmopnames aan het maken waren. Vervolgens vertelde Irene de mannen dat ze beter weer snel aan boord konden gaan omdat hun speedboot bezig was 5 meter te zakken, en dat de touwtjes wel erg strak kwamen te staan. Uiteindelijk verlieten ze als laatste de sluis en deden dat vol gas. Ik schat dat ze voor het eind van de sluis al zo’n 30 kilometer deden. Ze stuurden wel rechtuit. Overigens moet ik niet al te veel mopperen op anderen, want 10 minuten later, in de volgende sluis, lette ik even niet op en kwamen twee vingers tussen het schip (45 ton) en de sluismuur. Uiteindelijk niets gebroken, maar het deed zeer, heel erg.
Na 2 nachtjes voor anker ergens in de Flevopolder arriveerden we in Kampen. Klein haventje voor grote schepen. Een bezoek aan onze vrienden Jan en Martine was niet mogelijk, ze zaten weer eens op Vlieland. Maar goed, Kampen is een leuke stad om aan te doen, goed winkelbestand, en een treinstation op loopafstand. Belangrijk voor ons. Irene’s zus Gerda vierde haar 65e verjaardag in Zuidwolde, en de dag daarna vierde onze kleinzoon Gabriel zijn verjaardag in Nieuwegein. Dat werd veel treinreizen. Maar ja, als je 60+ bent heb je behoorlijk wat vrije reisdagen bij de NS. En, in tegenstelling tot wat veel gezegd wordt: die rijdt bijna altijd op tijd.
Na Kampen voeren we via het IJsselmeer en Staveren door naar Leeuwarden, met een tussenstop op de Goengarypster Poelen. In deze omgeving, waar ik eindeloze jaren heb rondgevaren als zeilinstructeur, en waar ik elke rietpol ken, is het erg bijzonder om er ook eens met je eigen huis in de stilte te liggen, in de Sybesloot. Alleen de paaltjes om aan af te meren zijn afgestemd op Valkjes van 6 meter, niet op Lady A van 45 ton. Maar ze staan er nog allemaal.
Daarna afgemeerd in de Prinsentuin in Leeuwarden, toch wel een van de mooiste plekken in Nederland om je boot neer te leggen. Oorspronkelijk is het een park of lusthof, gebouwd in opdracht van prins Willem Frederik van Nassau. Het heeft er nog vele kenmerken van. Groen en geaccidenteerd, met de Koperen Tuin, een uitzonderlijk terras en een muziektent, die regelmatig wordt gebruikt. De titel lusthof is toepasselijk. We liggen in Leeuwarden omdat Wim een weer weekje naar Oerol gaat om er te werken als vrijwilliger. Irene wil ook wel, maar wie past er dan op de poezen. Als Irene dan alleen achterblijft is dat niet erg, in de Prinsentuin is het prinsheerlijk verblijven.
Werken op Terschelling als medewerker is fantastisch leuk. Het is leuk om de machine van zo’n groot festival draaiende te houden, je leert er veel van, en je maakt vrienden. Van de acht leden van het schilderteam van vorig jaar heb ik er toch weer zeven ontmoet. Als je vrijwilliger bent geniet je van een aantal voordelen: fietshuur voor half geld, kaartjes voor half geld, een eigen bar op het festivalterrein met betaalbare drank, een tas om alles in te verpakken, een T-shirt en een condoom. (Volgens Mickey Mike was dat laatste onzin: jongens en meisjes sliepen gescheiden in hun eigen legertent.) Op werkdagen is het eten gratis. En dat is van uitstekende kwaliteit. Altijd drie gangen, keus tussen vegetarisch of gewoon. Uitmuntend. Verder heb je een gratis plek om je tent op een camping te zetten, of, zoals ik, een stretcher in een grote legertent voor jongens op camping Appelhof. Leuke tenten, met elektrische verlichting, speciale stopcontacten om je telefoon op te laden (eigentijds kamperen) en een ijskast. Alleen, ze zijn niet waterdicht. De eerste nacht was het even noodweer en ik werd op drie plaatsen nat. Bovendien ben ik te oud/zwaar om op een te smalle stretcher te slapen. Dan helpt een netwerk wel. De afgelopen tien jaar huurden wij als bezoekers van Oerol altijd een appartementje, samen met Jos en Marion. Hessel, de verhuurder, had wel compassie met mij als oudere man op een stretcher in een lekke tent, en uiteindelijk belandde ik in ons oude appartement; het was verhuurd, maar de huurders gingen vrij snel weg. Alleen in een 4-persoonsappartement, luxe. Daar tegenover stonden lange filosofische gesprekken met Hessel, over de zin van het leven, en over de strijd tussen rederij Doeksen, de veerbootonderneming, en de EVT, Eigen Vervoer Terschelling, een initiatief van eilander ondernemers. Als badgast (zo worden bezoekers van Terschelling genoemd) heb je geen weet van wat er allemaal achter de schermen gebeurt. Leuk om zo eens door te praten met een eilander.
Net als vorig jaar deed ik kaartverkoop. Erg leuk werk om mensen aan kaartjes te helpen. Vaak ben je bezig met het samenstellen van hele weekprogramma’s voor klanten. Een dag heb ik passe-partouts verkocht op een centrale plek langs een fietspad. Ons verkoopkantoor was een hokje, dat er uitzag als een draagbare radio. Aan de zijkant zaten afstem- en volumeknop. Een passe-partout geeft toegang tot een veertigtal voorstellingen en evenementen. Wie wil krijgt bij elke voorstelling een stempel in zijn passe-partout. Ons stempel was een rode zon, met daarin de tekst: “ooohhh”. Daar hebben we theater van gemaakt. Iedereen die een stempel wilde kreeg dat, onder voorwaarde dat er hardop werd gezegd wat er op de stempel stond te lezen. Ook zetten wij stempels op je hand, of je arm, of waar je ook maar wilde. De keuze voor een lichaamsdeel werd steeds uitzonderlijker. Menno had een damesbil (moest van haar zoontje), ik had een damesborst en een voorhoofd. De dame die de stempel op haar voorhoofd wilde had daar een uitzonderlijk reden voor: ‘vanavond ga ik dansen, als ik een leuke man zie ga ik voor hem staan en zeg dat hij hardop moet voorlezen wat er op mijn voorhoofd staat: “ooohhh”’.
Van Leeuwarden gingen we naar Harlingen, naar de werf. De laatste tijd begon het roer steeds zwaarder te draaien; het werd steeds moeilijker om te manoeuvreren. Twee jaar geleden waren de twee roeren gedemonteerd en een was bijna geheel vernieuwd. Zoals we al verwachtten, was dit de boosdoener. Dus het water uit met ons hele huis. Zoiets gaat trouwens snel: in een half uurtje wordt je eruit gehesen, weggereden en ergens op de kant gezet, kijk maar naar de foto’s. Wat bleek: de kunststof lagerbus, nieuw gemaakt door de werf, was te strak. Sommige kunststoffen zetten uit als ze lang in het water zitten. Met grote voorhamers werd de roerkoning eruit geramd, het zat ongelooflijk strak vast, geen wonder dat ik nauwelijks kon sturen. De volgende dag werd er een nieuwe ruimere bus gedraaid, die zat nog te vast; dus weer een nieuwe gemaakt, dat ging goed. Terwijl Harm en Corrie met veel gevloek bezig waren, Harm had het twee jaar geleden zelf gemaakt, hebben Irene en ik het onderwaterschip helemaal geïnspecteerd. Het schip was schoon, geen enkele aangroeisels, de verf zat er nog goed op, de anodes waren nog goed, de schroefaslagers hadden geen speling, dus alles onder water was nog prima in orde. We moesten dit jaar toch uit het water voor een inspectie, zoiets doe je elke 2 jaar. De roerproblemen leverden ons dus ook het voordeel op dat we boel konden inspecteren. Verder leverde ons bezoek aan de werf nog meer plezier op. In Leeuwarden was Irene haar fiets gestolen. Groot verdriet, zonder fiets zijn we nergens. In Harlingen is de werf ver van de stad, dus Irene had een fiets nodig. Roy, een medewerker van de werf zei dat Irene wel een fiets van hem mocht lenen, dat was fijn. Toen we weer wilden vertrekken vroeg Irene hoe laat hij de fiets weer terug wilde hebben. Het antwoord was: nooit, hou het ding maar. De schat, hij wilde er niets voor terug, zelfs geen kusje. Daarom heeft Irene maar een gedicht voor hem gemaakt.
Na Harlingen begonnen we aan de tocht naar het zuiden. Eerst maar eens naar Den Helder. We hadden een mooie plek in de jachthaven, vlak naast de steiger van de reddingboot. Waar je eigenlijk op hoopt gebeurde ook, ’s nachts kwam er een alarm en rukte de boot uit. Zeer indrukwekkend om te zien. Daarna uitluisteren op kanaal 16 wat er allemaal aan de hand is. Net alsof je naar een spannend hoorspel luistert. De volgende dag een fietstocht door Den Helder gemaakt. In tegenstelling tot ons negatieve beeld van de stad is niet alles saai; er zijn zeer mooie buitenwijken. Groen, veel villa’s van voor de oorlog; waarschijnlijk woonde hier het kader van de marine.
De volgende dag was zeer mooi, zonnig, weinig wind. Dus we trokken de stoute schoenen aan en voeren door het Schulpengat de Noordzee op, richting IJmuiden. Als je tempo wilt maken naar het zuiden, is dit het snelste: stroom mee als je goed plant, we waren in 4½ uur voor de sluis in IJmuiden. Het gerepareerde roerwerk bewees en bewijst zich zeer goed. Het stuurt licht en soepel, het schip is veel meer koersstabiel, en de stuurautomaat geeft een prachtig effect; als een streep door het water. Ter hoogte van Petten was er weinig verkeer om op te letten en ben ik gaan stofzuigen. In IJmuiden naar binnen geschut en doorgevaren naar de mooie Nel bij Spaarnwoude. Hier voor anker voor de nacht. De bodem is daar zo slap dat we ’s ochtends bij toenemende wind zowat op de kant zaten, het anker krabde.
Hierna streken we weer eens neer in Haarlem, heerlijke stad om te zijn, en daarna weer in Lisse. In deze omgeving woont veel familie van Irene, dus dat was familiebezoek, alles weer bijpraten, barbecueën, familiezaken dus, gezellig. Hierna weer eens naar Alphen aan den Rijn. Ook hier weer familie, deze keer van Wim; alles van de kant van De Jong op een rijtje zetten. En een andere reden om hier te zijn is scrabbelen met Jan en Maria. We komen hier elk jaar wel twee keer langszij, enerzijds omdat het goede vrienden zijn die ook op een boot wonen, en dus ook scrabbelen, heerlijk.
Na Alphen zijn we vertrokken naar Gouda. Andere keren als we hier langs kwamen lieten we stad links (bakboord) liggen. Maar op Oerol had ik oude vrienden uit Gouda ontmoet, en nieuwe gemaakt die hier ook woonden. Met name die laatste, Jacqueline, had sterke druk uitgeoefend om hier af te meren; maar ja, ze is hoofd communicatie bij de gemeente, dus wat wil je. Maar ze hadden nog gelijk ook. Gouda is een ontzettend leuke stad, prachtig, historisch, veel winkels, ook veel terrassen. Heel compact, alles goed te belopen. Die wekelijkse kaasmarkt hebben we er maar bijgenomen. Bovendien is het de stad met de goedkoopste ligplaatsen van Nederland: € 6,00 per dag, inclusief elektriciteit, ongehoord. Het enige niet leuke was de parkeerplaats waar we naast lagen; veel grote auto’s, allemaal Polen. Er heeft een agent een uur onder een boom staan observeren bij een vastgelopen auto. Het zag er erg professioneel uit, maar hij werd steeds natter van de regen. Irene heeft hem koffie aangeboden. Hij wilde niet en bleef stoer staan uitkijken.
Erg mooi is de Sint-Janskerk, de langste van Nederland. Dat roepen ze heel hard, maar het is wel waar, 124 meter is een end. In de kerk zitten ongelooflijk veel glas-in-loodramen, 64 stuks, de meeste van zo rond 1600. Maar nog mooier is het verhaal over de ramen in de 2e wereldoorlog. “Op aandringen van allerlei instanties werd in 1939 besloten om de gebrandschilderde glazen uit de kerk te verwijderen in verband met het dreigende oorlogsgevaar. De kosten van deze operatie, 9000 gulden, werden betaald door het Rijk. Tussen september en december 1939 werden alle glazen uitgenomen en vervangen door dubbeldik vensterglas. Ze werden in 201 speciaal daarvoor gemaakte kisten gepakt en ondergebracht in kelders van boerderijen rond Gouda. Toen in 1943 de oorlog dichterbij kwam verhuisden de kisten naar bomvrije rijkskelders in de duinen bij Vogelenzang (Noord-Holland). Daar bleven ze totdat Nederland weer bevrijd was.” Mooi verhaal, grote operatie, regeren is vooruitzien.
Na Gouda zijn we verder afgezakt naar het zuiden. Eerst naar de Biesbosch, natuurgebied ‘de Aakvlaai’. Een heerlijk stuk natuur zonder steden of dorpen, alleen eilandjes en plasjes, steigertjes om vrij aan te leggen; leuk voor de poezen, heel soms wordt er nog een muis aan boord gebracht. Om een mooie plek te hebben moet je wel strategisch ankeren. Lig je aan de zuidzijde van een plas: heel natuurlijk. Lig je aan de noordzijde: ook heel natuurlijk, maar boven de bomen torent de Amercentrale uit, grote gebouwen, koeltorens, heel raar, je ziet het wel, maar je hoort of ruikt het niet, en die prachtige zilverreiger naast de boot vindt het ook goed.
Nu dus in de Steenbergse Vliet. Morgen varen we naar Middelharnis. Irene gaat een week op de kleinkinderen passen. Middelharnis heeft goede openbaar vervoer voorzieningen, en een Albert Heijn op loopafstand, in ons huidige leven zeer belangrijke voorwaarden.
En o jubel en gloria, het gaat nog steeds goed met Wim. Al 9 maanden geen aanval.
Tot de volgende keer.

  • 02 September 2011 - 05:02

    Debora Cessford:

    Wat een leuk verslag en ook erg leuke foto's! Begon de dag goed om alles heerlijk te lezen, geniet van jullie schrijfkunst ... Vorige week speelde het RPhO in de Veerhaven en mochten we het Botenhuis gebruiken voor 30 leden van de Sorops waar ik alle hapjes voor heb gemaakt, leuk evenement, zal je later alles nog wel eens vertellen. Wanneer ligt Rotjeknor weer op het programma?

  • 02 September 2011 - 06:05

    Liek:

    Op m`n vraag waar jullie waren kreeg ik wel heel snel antwoord.
    Dank voor jullie verhaal, het leest als een trein.
    En super dat het goed gaat met Wim,
    Toi toi

  • 12 September 2011 - 08:01

    Hansie:

    Lang zal ze leven in de gloriaaaaa. Hieperdepiep Hoeraaaaaaa.
    Irene proficiat met je verjaardag.
    Maak er een mooie dag van. Voel je lekker jarig.

    Hans
    Bergen op Zoom

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Amsterdam

Zwerven over het water.

Verslag van ons leven aan boord van m.s. "Lady A".

Recente Reisverslagen:

08 Januari 2017

Lady B

03 November 2015

Thuis

13 Oktober 2015

Dat was Vlaanderen

04 Oktober 2015

Lier

24 September 2015

Antwerpen
Wim

We hebben ons huis verkocht, en daarvoor in de plaats een motorboot gekocht in Portugal. Met dit schip, de Lady A, gaan we een paar jaar op reis.

Actief sinds 22 Mei 2009
Verslag gelezen: 569
Totaal aantal bezoekers 137759

Voorgaande reizen:

08 Juli 2018 - 01 November 2018

Parijs

24 December 2015 - 24 December 2015

Nieuwjaar 2016

17 Juni 2009 - 01 Juli 2009

Eerst naar huis

22 December 2009 - 30 November -0001

Zwerven over het water.

Landen bezocht: